In 1950, dook de term A.I., of Artificiële Intelligentie, voor het eerst op, in een paper van de Engelse mathematicus Alan Turing. Aan hem hebben we onze kennis van A.I. te danken. Sindsdien is onze wereld stapje per stapje beginnen veranderen dankzij allerlei nieuwe technologische ontwikkelingen. Vele van die ontwikkelingen lijken tegenwoordig misschien banaal maar waren toen geniale uitvindingen. De technologie evolueert voortdurend, en zo ook A.I.
Onderzoekers zijn dag en nacht bezig met het creëren en trainen van nieuwe algoritmes, om deze na testfase op de markt te kunnen brengen voor hun klanten. Een hedendaags voorbeeld hiervan zijn de ‘Your daily mix’ playlists op Spotify die dankzij A.I. makkelijk een voor jou gepersonaliseerde playlist kunnen genereren. Een ander voorbeeld zijn de virtuele assistenten die we in onze smartphones hebben, zoals Siri in Apple iPhone’s en Bixby in Samsung smartphones.
A.I. is voor de meeste mensen best wel indrukwekkend omdat het vaak een totaal onverwachte oplossing biedt voor lang bestaande problemen. Het oplossen van een Rubik’s Cube met een robotachtige hand, check. Het kunnen schaken en winnen van de mens, check. Artificiële Intelligentie kan ons ook helpen met het oplossen van een heel actueel probleem, de klimaatverandering. Maar het draagt zelf ook bij tot de klimaatverandering want het veroorzaakt zelf CO2-emissies.
In een internetartikel geschreven door Wired worden de vele negatieve effecten van A.I. vermeld. Zo is het trainen van één model goed voor zo’n 125 keer vliegen van New York naar Beijing. Gelukkig zijn er ook veel oplossingen om deze negatieve effecten te bestrijden zoals vermeld in een internetartikel geschreven door Nature Machine Intelligence.