Uit agenda

Wim Peeters – bomen beter begrijpen

Het boek van Wim Peeters is ondertussen in de boekenwinkel te verkruigen. Een absolute aanrader.

Overgenomen van Wim Peeters op Linkedin

Bomen worden in hun lange leven heel vaak belaagd door allerhande organismen. Of het nu insecten zijn die blad eten, dieren die de stam of takken beschadigen, of schimmels die het hout afbreken, om te overleven moeten bomen zich beschermen. Dat bomen ondanks al die bedreigingen toch nog eeuwenoud kunnen worden, toont echt aan hoe efficiënt die bescherming is. Als je je dan ook nog eens bedenkt dat bomen een immens grote structuur kunnen vormen, die eigenlijk te groot is om in zijn geheel in leven te houden, dan is dat helemaal verbazingwekkend. Zoals eerder gezegd (zie Wat is een boom? p. 23), maken bomen die grote structuur aan om boven andere planten te kunnen uitgroeien en volop koolstof te kunnen opslaan. Daarvoor moeten ze water opnemen, dat ze helemaal naar de bladeren moeten transporteren. Dat watertransport is dus ook heel erg belangrijk. Wanneer dat zelfs maar gedeeltelijk wegvalt, kan de boom zijn structuur niet meer, of niet meer ten volle, benutten. Om zijn concurrentiepositie te behouden is dat transportsysteem van kapitaal belang.

Dat transport gebeurt in het spint en het floëem*, de buitenste lagen dus. Het spinthout* is natter, terwijl kernhout vaak droger is. Bij spinthoutbomen* daarentegen kan de kern* niet onderscheiden worden op basis van de verkleuring. Bovendien is de kern bij deze soorten bijna net zo nat als het spinthout, soms zelfs natter. Dergelijke bomen vormen geen beschermende stoffen in de kern. We mogen echter veronderstellen dat het hoge vochtgehalte in de kern de boom beschermt tegen houtafbrekende schimmels*. Wanneer de boom beschadigd wordt, kan die natte kern droger worden, waardoor dat hout onbeschermd achterblijft en houtafbrekende schimmels de kern kunnen aantasten.

Hoewel schimmels een vochtige omgeving vragen, houden ze dus niet echt van natte omstandigheden. Slechts een beperkt aantal houtafbrekende schimmels kan hoogstens mondjesmaat het natte spinthout aantasten 12. Dat houtafbrekende schimmels niet van een natte omgeving houden, heeft als bijkomend voordeel dat water dat in holtes blijft staan, de allerbeste bescherming tegen houtrot is die een boom zich kan wensen 13. Dat maakt het oude idee dat holtes gedraineerd moeten worden alleen maar ridiculer en vooral erg contraproductief. Het hogere vochtgehalte is een eerste en belangrijke verdediging van de boom tegen houtafbrekers 13. ‘There is no decay in living sapwood’ is een terechte boutade, maar dat betekent nog niet dat schimmels daar geen antwoord op hebben. Een aantal schimmels zal het overtollige vocht langs de vruchtlichamen afvoeren (guttatie*). Andere soorten gebruiken omwegen om lucht in het systeem te brengen. Zo zal echte tonderzwam (Fomes fomentarius) beuken in de lengte laten scheuren, waardoor het spinthout uitdroogt. Soorten als gewone honingzwam en sombere honingzwam (Armillaria mellea en A. ostoyae) kunnen hout dan weer enkel afbreken wanneer dat voldoende vochtig is. Maar dat neemt niet weg dat die twee soorten niet of nauwelijks in het levende spinthout zullen binnendringen. Die groeien ofwel net onder de schors, waar ze het cambium* laten afsterven, of ze groeien in het kernhout van de stamvoet of de wortels. Bij het levende spinthout blijven ze doorgaans weg. Er spelen dus zeker nog meer zaken mee dan enkel het hoge vochtgehalte van het spinthout.

Wanneer een boom beschadigd wordt, bijvoorbeeld doordat een tak afbreekt of door een aanrijding, komen er transportkanalen bloot te liggen. Er wordt lucht en daarmee schimmelsporen en bacteriën mee naar binnen gezogen. Door die lucht zal de celinhoud oxideren, wat de ontwikkeling van die schimmelsporen of bacteriën afremt. Er is pas infectie wanneer die effectief tot ontwikkeling zal komen. In de boom zitten ook nog eens endofyte schimmels*, die reageren op de lucht die binnenkomt. Die schimmels beschermen de boom op een manier die vergelijkbaar is met wat onze darmflora doet 86. Ze kunnen stoffen aanmaken die andere, parasitaire, schimmels op afstand houden. Pennicilium polonicum bijvoorbeeld, die in Ginkgo biloba voorkomt, kan om die reden taxol aanmaken 47.

 Naast deze passieve is er ook nog een actieve afgrendeling*. Het is aan het werk van Alex L. Shigo te danken dat we weten dat bomen aantastingen actief kunnen afgrendelen. Hij vroeg zich af hoe bomen omgaan met schade. Hij beschadigde zelf ook bomen om ze na een paar jaar doormidden te zagen en de reactie van de boom te bestuderen. Zijn vaststellingen gaf hij vorm in het CODIT-concept. CODIT* is een acroniem dat staat voor Compartimentalization Of Decay In Trees, compartimentering van houtrot in bomen. Het CODIT-model legt uit hoe de boom aantasting inwendig afgrendelt door wanden te vormen. Het model bestaat uit twee delen: drie reactiezones* en de barrièrezone*. De reactiezones (in de houtvaten*, jaarringen* en de houtstralen*) worden gevormd in het hout dat aanwezig is op het tijdstip van de beschadiging en dat in eerste instantie niet gebouwd is voor afgrendeling. Er vindt dus een reactie plaats in het bestaande hout die de boom moet beschermen. Wand 1 verhindert de verspreiding van de aantasting langs de houtvaten (axiaal*). Wand 2 wordt gevormd in de jaarringen en verhindert de verspreiding van buiten naar binnen en van binnen naar buiten (radiaal). In de houtstralen wordt dan wand 3 gevormd, die de zijwaartse verspreiding tegengaat (tangentiaal). Die reactie is het sterkst in de buitenste jaarringen en neemt af in de richting van het kernhout. De kern kan dan niet meer actief reageren. De barrièrezone wordt gevormd vanuit het cambium* en vormt de grens tussen het hout dat er al was en het hout dat daarna gevormd wordt 145 149. Die barrière mag gezien worden als een soort schors binnen in het hout 146. In de praktijk is de barrièrezone goed zichtbaar. De reactiezones zijn veel moeilijker toe te wijzen aan de anatomische delen waar ze theoretisch gevormd worden. Die grenzen zijn veel vager. Hoewel dit model heel veel invloed heeft en nog steeds erg populair is, kwam er al snel kritiek van verschillende auteurs. Engelse onderzoekers bestudeerden de manier waarop schimmels hout afbreken bij levende bomen en stelden vast dat het in de eerste plaats het vochtgehalte van het spinthout is dat de ontwikkeling van schimmels tegenhoudt. Alleen wanneer hout beschadigd is en er lucht in het systeem komt, kan een schimmel het hout daadwerkelijk afbreken 12. Lynne Boddy stelt zelfs expliciet dat de er geen sprake is van wanden maar van twee zones, een reactie- en een barrièrezone die al in 1967 beschreven waren door Shain, die de afgrendeling beschrijft als zones 142, wat in 1996 bevestigt wordt door Pearce 12 123. Lynne Boddy verwijst zelfs naar onderzoeken uit de jaren ’30 van de vorige eeuw 67 118.

 Aangezien het vormen van een reactie- en barièrezone bovendien niet exclusief gebonden is aan het voorkomen van houtrot, maar net zo goed bij schade of zelfs bij het verlies van functie in het hout, gaan er steeds meer stemmen op om de D van decay in het CODITmodel te vervangen door de D van damage of van dysfunction. De eerste reactie in het hout vindt plaats wanneer er lucht in het systeem komt. De boom beschermt zichzelf niet enkel tegen houtrot, maar tegen elke gebeurtenis die kan leiden tot het niet meer functioneren van het geheel.

 Of zoals Shigo het zelf stelde: ‘By resisting spread of infections, the boundaries protect and preserve the water, air and mechanical support systems of the tree.’ 146 En ook: ‘The real problems with CODIT is that some people forget that it is a model and they think of the model terms as real anatomical walls. The more serious problem is one where the model is taken as an absolute process where the boundaries stop the infection.’ 148 Die afgrendeling is dus veeleer een verkeersdrempel die aantasting zal afremmen. We mogen bovendien niet uit het oog verliezen dat in de periode dat Shigo zijn werk publiceerde, het kernrotconcept de gangbare manier van denken vormde en dat het voornamelijk aan zijn werk te danken is dat dat idee van tafel werd geveegd. Vanuit dat uitganspunt is het begrijpelijk dat hij zich concentreerde op de weerstand tegen rot, ook al blijkt nu duidelijk dat het voorkomen van houtafbraak in dat proces het gevolg is van en samengaat met het beschermen van het transportsysteem in het levende weefsel.

Meer dezelfde topics

Back to top button