Site pictogram bARK.today

Raad der wijzen – Hoe plant ik een boom?

Wim
Wim Peeters

Lector Boomverzorging Vives hogeschool Campus HIVB Roeselare is niet aan zijn proefstuk toe. Zijn kennis is wijd verspreid en dankzij zijn slimme inzichten kunnen we wat mythes uit de wereld helpen.

Wim Peeters,

We voegen hem met heel veel plezier toe aan onze Raad Der Wijzen. Wie vroeg er ook alweer. Hoe moet je nu een boom planten. Bedankt alvast Wim voor jouw tips.

Niks zo simpel als een boom planten.

Gat graven, boom er in en dan weer dicht. Alleen zie je het nog steeds heel vaak gebeuren dat bomen niet goed groeien. Of zelfs dood gaan. De redenen daarvoor kunnen heel divers zijn, maar de meest voorkomende reden is dat ze te diep geplant zijn. Er zijn veel redenen waarom bomen te diep geplant worden, maar geen enkele is acceptabel, want dat wordt zeer slecht verdragen.  Je moet maar eens rondkijken in het bos, of in een park, bomen waaieren aan de voet breed uit. De wortelaanzetten groeien boven de grond uit. Die grote wortels kunnen bij sommige soorten wat dieper groeien, 10 of 20 cm onder de grond.  Maar de kleine, fijne wortels die instaan voor de opname van mineralen, water en lucht, zitten heel erg ondiep. Het is dus geen verrassing dat die zeer ondiep groeien. Wanneer het regent, is het de toplaag die eerst nat wordt. Blad of ander organisch materiaal dat verteert, ligt bovenop de grond waar het de strooisellaag vormt. Dus daar zijn ook de mineralen te vinden. En wortels hebben ook lucht nodig. Die vinden ze ook daar het makkelijkste. Maar ook de mycorrhizavormende schimmels groeien volop in de strooisellaag. Die schimmels, die voor bomen onmisbaar zijn, hebben nog meer lucht nodig dat de boomwortels zelf. In die bovenste laag, vlak onder de grond, daar vinden die al wat ze nodig hebben.

Wist je dat een boom ook stress heeft?

Wanneer je bomen gaat aanplanten, is dat altijd een verstoring van de boom en van de bodem. Die boom wordt ergens gerooid; daar gaan altijd wortels bij verloren. Vooral de fijne wortels, de opnamewortels, breken heel gemakkelijk af. Ook de grotere wortels gaan verloren bij het verplanten.
Een verplanting gaat voor een boom altijd gepaard met stress. Wanneer we bomen kunnen aanplanten in een ideale situatie, waar een gezond bodemleven actief is, kunnen we die stress beperken.
In de praktijk planten we zelden bomen in optimale omstandigheden waardoor de stress alleen maar toeneemt. Wanneer de kleine opnamewortels dan ook nog eens te diep in de grond zitten, 5 cm kan al te diep zijn of nog dieper zitten, dan wordt het helemaal lastig. Dan moet de boom echt spartelen om te overleven.
Wanneer je zo’n boom dan opgraaft, dan zie je dat de kleine wortels verticaal omhoog groeien. De wortels die dieper zitten, zijn dan helemaal afgestorven. De boom stikt langzaam maar zeker.

Wat is nu de juiste diepte?

Je leest trouwens vaak dat de boom even diep geplant moet worden als dat die op de kwekerij stond. In feite moet die aangeplant worden met de wortelhals gelijk met het maaiveld. In het bijzonder bomen die in container gekweekt zijn, kunnen al eens te diep in de pot zitten. En ook bomen met een draadkluit hebben nog veel te vaak een draadkluit die te hoog rond de stam zit. Die moet je dus vaak een heel stuk hoger planten dan je op het eerste zicht zou verwachten.
Een breed, diep gat maken om de grond in de plantput te verbeteren, is op zich niet verkeerd. Het kan zelfs noodzakelijk zijn om harde bodemlagen te breken. Maar dan moet je de boom niet onderin het plantgat zetten. Wat ook nefast is, is het verwerken van verse kompost in de plantput. Dat zal verder gaan verteren en daar is zuurstof voor nodig, zuurstof die de wortels ook nodig hebben. Op zwaardere gronden is die grote plantput, waar de bodem los gemaakt wordt, al helemaal geen goed idee. 

Zandgronden leveren doorgaans weinig problemen op. Die draineren vrij goed en die laten relatief veel lucht door. Zware leem en klei, dat is wat anders. Wanneer je daar een boom wil planten, een mooie put graaft en de bodem in de plantput gaat verbeteren, dan verzuipt de boom bij de eerste regenbui. De bodemverbetering zal er voor zorgen dat de bodem het water beter doorlaat. Wanneer het regent, kan het water vlot de grond intrekken tot de plantput verzadigd is. Alleen kan het daar dan niet meer weg, omdat de bodem rondom de plantput het water niet kan afvoeren. Dat badkuipeffect is een bekend probleem bij het planten van bomen dat zich niet alleen voordoet op zwaarderegronden, maar ook wanneer er harde lagen in de bodem zitten. De wortels zullen verzuipen stikken en uiteindelijk rotten. Op zware leem- en kleigronden kun je beter de bomen zeer ondiep planten en grond aanvullen. Laat die bomen gerust maar wat te ondiep staan. Dat is minder erg dan dat ze te diep staan. Het enige waar je moet op letten is dat de wortels niet uitdrogen.

Dit is een stappenplan van hoe een eiken die in container werd gekweekt werd geplant. De wortelhals zat ongeveer 8 cm te diep in de pot. Als je deze eik dan zou aanplanten met de bovenkant van de pot gelijk met de grond dan staat de boom te diep.

Hoe geef je correct water?

Je ziet vaak dat er rondom de wortels een drainagebuis gestoken wordt waarmee de boom water kan krijgen. Dat lijkt een goed idee, in realiteit heeft dat een heel ander voordeel. Wanneer de boom te diep geplant is, dan kan zo’n drainagebuis er voor zorgen dat de wortels toch nog genoeg lucht krijgen. Maar om water te geven is zo’n drainagebuis niet geschikt. Je kan beter rondom de boom een verhoogd randje maken, een ringvormige dam die je vol water kan laten lopen; dan moet het water door de wortelkluit trekken.
Er wordt wel eens beweerd dat je de wortels moet dwingen om het water dieper te gaan zoeken. Maar dat gebeurd vanzelf wel, je moet in de eerste plaats zorgen dat de ondiepe wortels niet uitdrogen. Daarvoor is een muchlaag zeer geschikt. Maar die moet je niet te dik maken. de wortels hebben namelijk ook nog zuurstof nodig. Met heel luchtig materiaal kun je al wat verder gaan, maar vijf tot 10 cm houtsnippers is echt wel het maximum. Meer is sluikstorten. Het voordeel van een mulchlaag is dat het opstijgende grondwater condenseert in die mulchlaag (en daar zitten de meeste fijne opnamewortels). Bovendien verhindert die dat de bodem te warm wordt in de zomer. En dat is dan weer zeer belangrijk voor het bodemleven dat de bodem letterlijk beschermt tegen aantastingen.

Vergeet de boompaal niet!

Er is nog een ding dat echt belangrijk is bij het aanplanten en dat is de boompaal. Die moet er voor zorgen dat de nieuwe wortels niet losscheuren. Als je kijkt hoe hoog sommige bomen vast gemaakt worden, dan zou je zweren dat die wortels in de kruin groeien. Een boompaal moet niet te hoog zijn. Maximaal 80 cm is meer dan genoeg; de boom mag gerust kunnen bewegen. Opgelet zorg ervoor dat het materiaal de stam niet verstikt. Die boompaal mag trouwens gerust weggehaald worden na 2 of 3 jaar. Dat wordt nogal dikwijls vergeten.

Op zich is bomen planten dus al met al niet zo moeilijk, maar je moet weten waar je mee bezig bent. En let vooral op met al die rare filmpjes die heel ingewikkelde verhalen vertellen over wat er allemaal in die plantput verwerkt moet worden. Uiteindelijk zijn er maar drie dingen echt belangrijk: lucht, water en mineralen. En die drie worden vooral vanaf de oppervlakte aangevuld.

Mobiele versie afsluiten